Your Site Title

OVER DE BODEM, HET LANDSCHAP, HET LANDBOUWPRODUCT, STOFFEN EN HUN SAMENHANG

Bodem en biodynamisch

Biologisch-dynamische landbouw

De biologisch-dynamische landbouw is de oudste vorm van biologische landbouw. Eind jaren twintig van de vorige eeuw startten de eerste biologisch-dynamische boerderijen


Biologisch-dynamische landbouw en bodem
Bij de bodem zijn er enerzijds het zand, de klei en de mineralen en anderzijds de plantenresten. In de bodem worden die door het bodemleven met elkaar verbonden. In het spanningsveld van mineralen en zon ontstaat de bodem die producten met een goede voedingskwaliteit moeten leveren.

Op de website van de biologisch-dynamische vereniging (www.bdvereniging.nl) staat bij de vraag wat biologisch-dynamische landbouw is het volgende:

Het beste antwoord op de vraag wat BD-landbouw is krijg je ongetwijfeld door op bezoek te gaan bij een groot aantal van de ruim honderd bedrijven in Nederland die volgens - of moet je zeggen 'vanuit' - de biologisch-dynamische landbouwmethode werken. Of moet je zeggen: die de biologisch-dynamische landbouwmethode ontwikkelen?.(tekst Luc Ambagts)

Hieraan zou ik willen toevoegen: kijk dan ook naar de bodem. Hierna onder resultaten kun je ook iets van de bodem zien, maar het verhaal van de teler is ook belangrijk.

In het volgende enkele gedachten over bodem en biologisch-dynamische landbouw. We gaan hierbij vanuit het drieledig mensbeeld aan de slag. We nemen dan een van de vele mogelijkheden om vanuit een antroposofisch mensbeeld te werken: de mens als denkend, voelend en handelend wezen. Een drie-eenheid die hiermee verwant is, vinden we ook in de wereld buiten ons en zo kunnen we een verbinding tussen mens en wereld in de landbouw inhoud geven. Een innerlijke band tussen mens en wereld wordt zo ondersteund. Dat heeft belangrijke consequenties. Het maakt bijvoorbeeld dat de mens zich thuis voelt in zijn omgeving, maar bijvoorbeeld ook dat er een goede voedingskwaliteit bereikt wordt. Hoe doe je dat?

Het genoemde mooie doel - je thuis voelen, goede voeding - kan op de volgende wijze binnen bereik komen. Het gaat er dan om de omstandigheden te scheppen, die het mogelijk maken dat de bodem zich als levende bodem in de goede richting ontwikkelt. Hierbij ontmoeten tegengestelde kwaliteiten elkaar in een dynamisch proces en brengen iets tot stand wat beide afzonderlijk niet kunnen. (Zie ook Joop van Dam, 2014). Het gaat dus om voorwaarden scheppen. Daarna gaat het vanzelf. Dit is heel iets anders dan de gangbare aanpak waarbij ingrijpen bij problemen (te weinig voedingsstoffen, te veel ziekten) het centrale uitgangspunt is en er steeds actie nodig is.

Bij het doel 'tegengestelde kwaliteiten in dynamiek brengen' valt aan het volgende te denken:

1-Een ontmoeting tussen winter en zomer. Hierdoor is er een duidelijk jaarritme in de bodem. In het voorjaar en begin zomer afbraak van humus en vrijkomen van voedingsstoffen voor een goede groei; in nazomer en herfst vastlegging van voedingsstoffen, afrijping van gewassen en humusopbouw. Een uitademen in voorjaar en voorzomer en een inademen in nazomer en herfst. Teveel mest geeft een doorgroeien, een voortzetting van het voorzomerproces tot in de herfst en belet de genoemde ontmoeting.

2-Een dynamiek tussen zon enerzijds en de mineralen van de aarde anderzijds. Geen te sterke invloed van de zon, zoals bij de eenzijdige humus van heideontginningen en veenkoloniën. Ook geen te sterke invloed van mineralen van de aarde zoals bij humusarme kalkrijke zeekleigronden. (Hiermee heeft bijna heel Nederland een probleem om aan te werken).

3-Een dynamiek tussen koolstof en stikstof. Een prachtig instrument om bodems te beoordelen. Teveel koolstof geeft verstarring, vorming van eenzijdige humus. Stikstof geeft humusafbraak. In de wisselwerking tussen koolstof en stikstof ontstaat een levende bodem. Stikstof benadrukken is bijvoorbeeld vlinderbloemigen telen of met dierlijke mest bemesten. Koolstof benadrukken is bijvoorbeeld granen en grassen telen.

Al deze drie kijkrichtingen zijn te koppelen aan een drieledig mensbeeld, met de mens als denkend, voelend en handelend wezen.

Eenzijdigheid van boven 
Bodem: winter, zon en koolstof (humusopbouw, vastleggen mineralen, verstarring)
Mens: intellectueel afstandelijke benadering; denken vanuit schema's en tabellen.

Eenzijdigheid van beneden
Bodem: zomer, mineralen en stikstof (humusafbraak, vrijkomen mineralen door warmte en actief bodemleven)
Mens: doen, groeien en willen.

Een dynamiek tussen boven en beneden
Bodem: bodemvruchtbaarheid, bodemorganisme, stabiliteit, smaak en geur bij product en voedingskwaliteit.
Mens: invoelend denken en invoelend doen bij de mens. Warmte, evenwicht en welbevinden

Deze thema’s worden op deze website nader opgepakt onder meer bij jaarritme in de bodem, stoffen in de landbouw en voedingskwaliteit.

Bij iedere bodem kun je dus kijken of winter, zon en koolstof overheersen of zomer, mineralen en stikstof? Ook kun je kijken of er in de dynamiek tussen beide iets nieuws ontstaat. Biologisch-dynamisch bodembeheer is te omschrijven als voorwaarden scheppen voor een dynamisch proces.

Literatuur
Dam, J. van, 2013. Biologisch-dynamische landbouw als helende impuls. Uitgeverij Pentagon.
In dit boek wordt ook uitvoerig ingegaan op de biologisch-dynamische preparaten. Deze preparaten hebben tot doel de bovengenoemde dynamiek te ondersteunen.




Resultaten van biologisch-dynamische bedrijven

Een goede bodem bevat tot minstens ca 40 cm organische stof en is ook tot die diepte doorwortelbaar. Verder zijn er meerdere soorten regenwormen. 30 jaar oude biologisch-dynamische bedrijven hebben dat voor elkaar gekregen. Een schril contrast met veel gangbare bedrijven.

De oudste biologische bedrijven in Nederland zijn biologisch-dynamische bedrijven en een aantal bestaat al 30 jaar of meer. Op deze bedrijven is te zien welke invloed biologisch-dynamische landbouw op de bodem heeft. De resultaten zijn opmerkelijk. Hieronder volgen foto's en een korte beschrijving van 9 oudere biologisch-dynamisch werkende bedrijven en ter vergelijking 3 gangbare.

Vier bedrijven op jonge bodems
Linksboven is een bodemprofiel van een gangbaar bedrijf bij Lelystad te zien: een humushoudende bouwvoor van 25 cm gaat plotseling over in humusloze zavelgrond die in laagjes is afgezet, wat nog te zien is. De wortels van de tarwe gaan nauwelijks dieper dan 25 cm. Daarnaast staan drie bodemprofielen van biologische bedrijven met een beworteling tot ver onder de 25 cm en een donkere laag met hoger organische stofgehalte tot 40 cm of meer.


Vier bedrijven op al wat oudere bodems
Linksboven een bodemprofiel van Boomgaard ter Linde. Dit is een van de oudste biologisch-dynamische bedrijven ter wereld. Daarnaast een boomgaard in de Betuwe die al zeer lang gras en fruitbomen als gewassen heeft. Een zeer diepe doorworteling is hier te zien en humus tot ca 60 cm. Daarnaast twee oudere biologisch-dynamische bedrijven: Thedinghweert te Kerk Avezaath en de Hondspol te Driebergen. Een dikke laag met een hoger organische stofgehalte, veel regenwormen en een diepe beworteling.


Vier bedrijven op oude bodems
Linksboven drie biologisch-dynamische bedrijven op zand. Dit zand is in het verleden onder heidevegetatie door zwarte, zure humus verdicht. Bodembewerking en een regenwormvriendelijk beheer maken de grond steeds dieper levend. Rechts een gangbaar maïsperceel in de Peel met alleen drijfmest als bemesting. Tot 30 cm diep geploegd, maar wortels kunnen nauwelijks de grond in. Alles is weer verdicht door inzakking. Maïs met drijfmest kan geen vruchtbare bodem onderhouden.

 
Wat zien we bij de bovenstaande bedrijven en wat moet er gebeuren?

Groep 1. Jonge gronden. Nog niet zo lang geleden ingepolderd, kalkrijk en weinig organische stof.

In deze gronden overheerst het minerale, de klei, het zand, de kalk. Hier moet organische stof ingebracht worden en wortels moeten in een organische stofhoudende grond tot ca 40 cm diep kunnen komen. Bodemleven moet humus en minerale delen aan elkaar kitten. De zon moet in de vorm van plantenresten de bodem in komen.

Groep 2. Al wat oudere gronden. Tot 40 cm of meer is er organische stof in de grond en kunnen wortels diep de grond in. Dit zo houden met een evenwichtige vruchtopvolging en goede mest. Deze gronden hebben van nature een goed evenwicht tussen zon en aarde, maar dat moet voor voedingsgewassen nog geïntensiveerd worden.

Groep 3. Heel oude gronden. Ooit was er kalk en waren er mineralen die konden verweren. Die zijn hier weg. De aarde kan geen tegenwicht geven tegen de werking van de zon. De grond verdicht, wordt zuur en zwarte eenzijdige smerende humus krijgt de overhand. Deze humus laat geen binding met het minerale zien. Aan deze grond moeten mineralen en leven voedende humus worden toegevoegd. De dodende werking van de zon moet omgezet worden in een leven brengende werking van de zon.

Drie bedrijven nader bekeken: Zonnehoeve, Jonkman en de Hooge Kamp


Share by: